The beautiful South
Door: Ramona
17 Februari 2014 | Ethiopië, Hawassa
Sprak iedereen maar zo beperkt Engels als Indark..
Wat helpt is om niet op de stoep te lopen, maar midden op de weg en – zelfs als je even niet weet of je links of rechts moet – vastberaden je pad vervolgen.
Het voelt niet bedreigend, maar ik zou hier niet als vrouw alleen willen reizen.
In Addis vind ik mijn heil in lekker eten. Ik heb de afgelopen weken wat ‘veilige’ vegetarische gerechten ontdekt die me erg goed smaken.
Het meerendeel van de bevolking in Ethiopie is Christelijk orthodox, een religie die naast een aantal langer durende vastenperioden wekelijks de woensdag en de vrijdag als vastendag hanteert. Op deze dagen wordt elk dierlijk product gemeden en zijn alle maaltijden dus veganistisch.
Het voornaamste basisvoedingsproduct in Ethiopie is injera, een sort zuurdesem pannekoek met een wat weeige smaak die vergezeld gaat van vlees-, vis-, of bonencurry. Niet alle reizigers zijn er naar het schijnt van gecharmeerd, maar ik ben een groot fan. Vooral in combinatie met shiro (kikker erwten curry) vind ik het een topmaaltijd die ik met plezier dagelijks eet.
Ethiopische eetgewoonten zijn sociaal en erg gericht op delen. Het is normaal om van elkaars bord te eten, voedsel op vriendschappelijke wijze uit te wisselen en elkaar daarbij het beste deel van de eigen maaltijd toe te schuiven.
Indark is een fanatieke feeder en ‘dwingt’ me vaak te eten tot ik bijna explodeer.
Op reisdagen staan er vaak mensen langs de weg die kleine snacks aanbieden, zoals bakela (gestoomde bonen) of net gepoft graan/muesli. Puurder kun je je eten niet krijgen.
Menukaarten in restaurants lezen vormt overigens vaak een bron van vermaak. Een aantal vertalingen die we zijn tegen gekomen:
- Lamp rost
- Chef stir fried
- Gordon brown (cordon bleu?)
Inmiddels zijn we weer op pad met onze brother from another mother. Zijn humeur is als een zonnetje, hij rijdt keurig 60-80km per uur en als een gentleman 30 in de dorpen. Het maakt het reizen een stuk aangenamer en we kunnen weer uitgebreid oog hebben voor onze omgeving, in plaats van paniekerig te focussen op tegenliggers en kuilen in de weg.
Wij laten onze waardering duidelijk merken en leggen Indark zoveel mogelijk in de watten. De hernieuwde samenwerking lijkt een succes!
Vanaf het moment dat we Addis in zuidelijke richting uit rijden, is het landschap veel groener. Hiermee lijkt het leven van de mensen iets minder zwaar en ogenschijnlijk vreugdevoller.
We bevinden ons in de Rift Valley, welke strekt van de Rode Zee tot aan Mozambique en die Afrika in de loop van miljoenen jaren tijd in tweeën zal splijten.
In Sashemene (de geboorteplek van de Rastafari) verblijven we voor het eerst in een hotel dat aan alle westerse keurmerken zou voldoen. Een comfortabel bed, een filmkanaal op televisie en een heerlijk schone douche die daadwerkelijk warm water produceert. Ik schaam me er en beetje voor dat zo’n coconnetje van relatieve luxe me zo goed doet, maar het even afstand kunnen nemen van de continue intensieve prikkels heeft een acuut verfrissend effect.
Na deze nacht in wat voelt als weelde, rijden we de Bale Mountains in. De route voert door prachtig glooiend groene landschappen, die me aan Ecuador doen denken.
In het noorden zagen we continue mensen met felgekleurde waterschoenen (goedkoop en praktisch), hier in de bergen hebben alle kindertjes fluorescerende kaplaarsjes aan hun voeten.
Ook zien we mannen op paarden in niet-echt-strak-op-maatpakken, met grote paraplu’s tegen de zon boven hun hoofden. Het levert een wat bizar, statig beeld op.
Onderweg stoppen we voor foto’s van (een ander soort) bavianen die letterlijk uit ons hand eten, en van grote zwijnen en nyala’s.
Ons doel is om het Bale mountains nationale park te bezoeken. De meer dan 3 uur durende strijd om tegen acceptabel entreegeld binnen te komen (volgens het op een bord te lezen parkreglement zouden we samen zo’n 10 dollar moeten betalen, er wordt echter zo’n 100 dollar van ons geeist), zal ik niet uitgebreid beschrijven. Een geduldig maar standvastig mens heeft de halve wereld. Wat ook helpt is mijn al in vele landen gebruikte leugen waarbij ik beweer dat ik een reisjournalist ben en mede auteur van Lonely Planet.
Uiteindelijk bezoeken we voor dag en dauw het park op jacht naar wolven.
Deze krijgen we uitgebreid te zien, in de vorm van een wolf die op zijn nest wakker wordt, zijn ochtend toilet doet en daarna de jacht aanvangt. Ook zien we een familie van wolven en als we dichterbij komen zet de vader het op een janken om zijn kroost te waarschuwen. Erg mooi om van dichtbij te kunnen zien!
De komende dagen zullen we verder naar het zuiden trekken, met meer nationale parken op de agenda!
-
17 Februari 2014 - 16:34
Jan:
Goed te lezen dat Indark tot inkeer is gekomen en nu de zonnige kant van het rustiger aan doen ziet. Verder weer een heel bijzonder verhaal en ja het blijft lastig om als vrouw alleen over straat te gaan in dit soort landen. Je leugentje doet het kennelijk goed en het is toch de halve waarheid, er zijn verslagen van je in een bundel verschenen.
Knuffel voor jullie beiden
Jan -
17 Februari 2014 - 20:30
Jolien:
Haha, goed aangepakt!
De pannekoek ben ik ook wel fan van, Chantal en ik zijn vorige week nog (nederlands) Ethiopisch wezen eten, erg lekker! Zat toen ook propvol, zonder een feeder erbij ;-)
Liefs jo
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley