Een les in Eenvoud
Door: Ramona
29 Maart 2012 | Cuba, Havana
Wat er gaande was..
26 maart bereikte mijn vader de leeftijd van 60 jaar, een mijlpaal van wijsheid waar logischerwijs bij wordt stilgestaan. Zoals al vaker bij belangrijke gebeurtenissen het geval is geweest bediende ik mij bij mijn vertrek schuldbewust van de woorden: ‘sorry, maar dan ben ik er even niet’.
Totdat mijn moeder mij een email stuurde met de titel ‘verrassing voor pa’, waarin zij aankondigde hem voor zijn verjaardag te zullen verrassen met een uitstapje naar Cuba.
De combinatie van de feiten ‘maart’ en ‘Cuba’ deden bij mij alle bellen acuut rinkelen. Want Centraal Amerika en Cuba liggen – relatief gesproken – op een steenworp afstand.
De decemberdagen in el Salvador stonden in het teken van planningsvraagstukken om na te gaan of het mogelijk zou zijn mijn ouders in Cuba te treffen om deel uit kunnen maken van het thema ’zestigste-verjaardag-van-pa’. De conclusie was bevestigend en vanaf het moment dat ik een ticket in handen had deelden mijn moeder en ik een geheim waar we de afgelopen maanden uitgebreid over heen en weer gemaild hebben.
Deze semi-impulsieve routewijziging betekent een uitbreiding van het doorlopende hoofdstuk ‘regelzaken’, want voorbereidingen treffen vanuit het buitenland voor een reis naar Cuba is niet ideaal. In Cuba worden veel buitenlandse bankkaarten niet geaccepteerd, wat betekent dat je cash (bij voorkeur euro’s) mee moet nemen het land in en dit moet omwisselen tegen de lokale valuta. Maar waar haal je in Midden-Amerika euro’s vandaan? Het bezoek van Sandra in Costa Rica brengt uitkomst. Zij smokkelt een pak euro’s mee en hangt bij vertrek de wilde weldoener uit door zaken als zonnebrand en shampoo voor mij achter te laten. Met wat aanvullend winkelen in Panamá lukt het om een voorraad toiletgerei aan te leggen. Belangrijk, want Cuba staat bekend om groot gebrek aan zaken als zeep, shampoo, tandpasta, zonnebrand en medicijnen. En om voedselschaarste.
Vermoedend dat Cuba het culinaire dieptepunt van de reis zal worden, eten we in Panama city dagelijks een grote hamburger met als doel reserve aan te leggen. Zo kunnen we indien nodig drie weken op rantsoen doorkomen zonder ons energieniveau aan te tasten.
Ik verzin een backpack-break om mijn verdwijning van het world-wide-web te verklaren, regel bankzaken en alles waar internet bij om de hoek komt kijken (internet is Cuba verboden voor Cubaanse bevolking en – in primitief trage versie – slechts beschikbaar voor buitenlanders op toeristische plekken tegen een prijs van 6 tot 8 euro per uur). Heel wat vooruit inlezen, want het volgende land – Venezuela - is ook geen ongecompliceerde bestemming en vereist pro-activiteit.
Na mijn to-do-lijsten afgewerkt te hebben, voel ik me voldoende voorbereid op wat komen gaat en kijk ik tevreden terug op het afgelopen half jaar wanneer het vliegtuig opstijgt van Tocumen Airport. Ik laat Midden Amerika achter me, na 6 maanden vol mooie ervaringen en nieuwe indrukken, maar ook – hoewel het niet het eerste is dat je met reizen associeert – hard werken om ogenschijnlijk simpele dingen voor elkaar te krijgen en regelmatig een hoog alertheid- en stressniveau. Het voelt goed om op weg te zijn naar een nieuw stukje wereld!
Na deze 6 intensieve maanden voel ik me in zekere zin sterk en heb ik het gevoel niet snel meer ergens van op te zullen kijken.
Binnen een uur in Havana wordt deze theorie echter onhoudbaar bewezen en heeft een cultuurshock zich reeds van mij meester gemaakt.
We verblijven in het oude deel van Havana en nog nooit eerder ben ik op een plek geweest waar de tijd in zo’n extreme vorm heeft stilgestaan.
Doordat er nauwelijks geld is voor onderhoud, verkeren de huizen in grote staat van verval.
En er is schaarste. Doordat het land zelf nauwelijks iets produceert en weinig vrienden heeft in de wereld, is er bijna geen import. Als er nauwelijks import is en er niets nieuws gegenereerd wordt, is als er logischerwijs meer vraag dan aanbod. De ernst en zichtbaarheid hiervan heb ik echter erg onderschat.
Het resulteert in de charmante aanblik die iedereen waarschijnlijk met Cuba associeert: stokoude auto’s: Chevrolets, Dodges, heel veel Lada’s (waaronder politie auto’s met grote sirenes op het dak) en klassieke ‘Che-Guevara motoren’ met zijspan.
En verder: paard en wagens, rustieke fietsen met houten triangelvormige kinderzitjes, softijs-machines die uit de prehistorie lijken te komen, grote metalen kassa’s met draaihendel, volledige afwezigheid van modern interieur; glaswerk, bestek, tafelkleden, tv’s, radio’s, lampen, meubels en servies, alles in huizen en restaurants is antiek. Topzware publieke telefoons aan de muren, de meest onwaarschijnlijke vooroorlogse apparatuur in het straatbeeld waarvan je als je van mijn generatie bent niet eens weet dat het ooit bestond. Het is één groot openluchtmuseum.
Dit is de charmante, maar tegelijk trieste realiteit van dit land. Naar ALLES is meer vraag dan aanbod. Spullen worden hergebruikt en hergebruikt totdat je er soep van kunt koken. Om een voorbeeld te geven van de staat van verval en minimalisme: voor een openbaar toilet betaal je net als bij ons geld om er gebruik van te maken, om dan een hok in te stappen met vier wc’s op rij maar zonder deuren, 4 wasbakken maar zonder kranen, geen stromend water, geen toiletpapier en geen zeep.
Voedsel wordt deels verstrekt op de bon, streng gerantsoeneerd. Winkels en apotheken zijn praktisch leeg en allen verkopen dezelfde non-variëteit aan producten tegen bizarre prijzen, groenten en fruit zijn slechts veelal beperkt te verkrijgen en luxeproducten zijn simpelweg afwezig.
De jonge generatie Cubanen begint zich bewust te raken van het feit dat er een buitenwereld bestaat waar zaken er heel anders aan toe gaan dan in Cuba, wat echter gepaard gaat met een pijnlijk bewustzijn van onweten omdat er een verbod rust op het gebruik van de meeste moderne informatiebronnen.
Hoewel er langzaam aan iets versoepelde importregels zijn, zijn zaken die voor veel mensen uiting geven aan hun identiteit (zoals kleding, schoenen, etc.) nog altijd zeer beperkt beschikbaar. Alles heeft waarde, vooral onze merkschoenen waar bijna dagelijks een bod op wordt gedaan. Maar ook basale kledingstukken worden hier tegen bizarre prijzen op de zwarte markt verhandeld.
Dagelijkse voorzieningen in Cuba zijn extreem duur, maar mensen werken tegen een ontoereikend salaris (zo’n 10 tot 30 euro per maand, waarbij 30 euro het salaris is van een dokter!). Hoewel onderwijs en gezondheidszorg voor iedereen gratis beschikbaar zijn, zijn bijna alle andere zaken van alledag onbetaalbaar en is er voor elk gezin een continue worsteling voor een simpel bestaan. Hoewel het opleidingsniveau hoog is, is veel werkloosheid en zijn er nauwelijks ontwikkelingskansen. Hard werken wordt hier niet beloond met promotie of meer salaris, al het geld gaat naar de staat.
Veel mensen verdiepen zich in hun stamboom in de hoop een Spaanse of andere Europese voorouder te vinden, wat hun recht zou geven op een uitweg richting een wereld met meer kansen.
Toch uiten veel mensen grote religieuze dankbaarheid dat er – na de dramatische jaren tussen 1990 en 1995 waarin er geen stromend water, geen elektriciteit en extreme voedselschaarste was – minder ernstige zorgen zijn dan vroeger. Regelmatig wordt het glas dat voor ons als buitenstaanders tot bijna op de bodem leeg lijkt, door hen beschouwd als minimaal half vol.
Cubanen, jong en oud, zijn gewend aan improviseren-om-te-overleven en in geen ander land heb ik mensen met een niveau van inventiviteit gezien als hier. Iedereen heeft meerdere zwarte bijbanen, over elke banaan wordt onderhandeld, een paar sokken dat men niet meer nodig heeft wordt te koop aangeboden, opa zit de hele dag in de straat om voor een paar centen de auto’s te bewaken, mensen zitten in de deuropening van hun huizen om telefoonbatterijen en schroefjes te verkopen of op een vooroorlogse naaimachine uit elkaar gevallen kledingstukken weer aan elkaar te naaien. Zaken die niet meer werken herstellen en is een non-stop activiteit. Een mannetje dat oude strijkijzers repareert, een varken in een kooi op het dak van je huis. Het is hier de normaalste zaak van de wereld.
En dan zijn er natuurlijk de mensen die proberen hun taxi-service aan te bieden, of toeristen rond te leiden, of je toe te leiden naar accommodatie tegen provisie. Dit gaat op een pijnlijk opdringerige manier, gepaard met leugens (‘er gaat vandaag geen bus’, ‘er is geen kamer beschikbaar’, ‘dat adres bestaat niet’, of zelfs het aannemen van de identiteit van de kamerverhuurder!). En regelmatig mensen die je staande houden en simpelweg vragen om zeep, geld, brood, kauwgom of wat voor product het ook is dat je toevallig in je handen hebt.
Hoewel de overlevingsdrang die aan deze praktijken ten grondslag ligt invoelbaar en begrijpelijk is, is de druk die op ons wordt uitgeoefend (in een wandeling van 5 minuten wordt je zeker 20 keer aangesproken) zo groot, dat het maakt dat je je continue opgejaagd voelt.
We komen er al snel achter dat Cuba een moeilijk land is om onafhankelijk rond te reizen.
De complexiteit van het feit dat er twee verschillende valuta zijn (Cubaanse nationale Peso en Covertible Peso, die extreem verschillen in waarde) ga ik niet eens proberen te beschrijven. In elk geval blijkt dat de dingen die je op en langs de straat koopt beduidend goedkoper zijn als je de hand weet te leggen op de lokale valuta, wat ons na wat onderhandelen in een winkeltje lukt.
Het is voor toeristen verboden om met de publieke bussen te reizen, wat maakt dat we genoodzaakt zijn in – geen grap – dertig keer zo dure toeristenbussen te stappen. Die bussen verbinden alleen de grote steden. Bezienswaardigheden rondom die steden worden zelden bediend door openbaar vervoer. De enige mogelijkheid is om een taxi te nemen, waar dan gerust 60 euro voor wordt gevraagd.
We zitten dus aardig vast in de – door sjacheraars overbevolkte – stadskernen.
Zelfs op de grote routes gebeurt het overigens dat de bus wegens panne niet op komt dagen, er pas een dag later een volgende gaat en de taxi die we met veel onderhandelen regelen vervolgens een kokende motor krijgt en niet verder kan rijden. Na anderhalf uur tegen beter weten in proberen te herstarten wordt het hoe-nu-verder-vraagstuk opgelost door een broer te bellen die ons met zijn auto 100 kilometer over de snelweg sleept. Wij zitten hyperalert op de achterbank, continue vrezend voor een plotselinge remactie en de mogelijke gevolgen, gezien de slechts 2 meter kabel die de auto achter ons met ons verbindt. Maar zoals onze chauffeurs zeggen: dit is Cuba, NO HAY PROBLEMA.
Eten is in de steden een groter drama dan ik voor mogelijk had gehouden. Veel dingen durven we uit zelfbehoud niet te eten, want vlees wordt op een houten hakblok bij dertig graden in de volle zon tentoon gesteld en door vele handen aangeraakt voordat het wordt verkocht. En die betaalbare hamburger zal geen ander vlees bevatten dan dat vlees van het hakblok dat de lokale mensen kopen. Water uit de kraan is niet betrouwbaar (risico op giardia), maar mensen hebben doorgaans geen geld om water in flessen te kopen. En hygiëne is hier – doordat zeep duur is en soms niet eens te koop – op veel plekken ook behoorlijk dubieus. Omdat de luxere restaurants niet binnen ons reisbudget passen, kiezen we dus grotendeels voor zelf-catering wat gezien de extreem lege winkels improviseren en zeer basaal eten inhoudt.
De uitgebreide vismaaltijd waarop ik door mijn ouders, Jan en Maria getrakteerd wordt is misschien wel de meest smakelijke maaltijd van mijn reis tot nu toe!
Het zien van mijn ouders, tante en oom is een geweldige ervaring. Mijn vader weet niet wat hem overkomt als ik het hotel binnen sluip en hem op zijn schouder tik. En hoewel mijn moeder en ik maanden naar dit moment toe hebben kunnen leven, blijft het heel bizar en bijzonder om tijd met mijn familie in Cuba te kunnen doorbrengen.
Ik mag hun toergroep een middag vergezellen bij een rondwandeling door Havana. Een stad die ik, nu ik me redelijk kan oriënteren, meer ben gaan waarderen. In 3 dagen lukt het om elkaar 3 keer te treffen, voor onder meer een avond Cubaanse muziek, Bucanero-biertjes en veel stof tot bijpraten. Alleen deze ontmoeting maakt de reis naar Cuba al meer dan waard en gaat mee de geschiedenis in als bijzonder moment met mijn pa en ma.
Wat het land betreft: het ervaren van Cuba zit hem vooral in het rondbewegen in dit gigantische openlucht museum, het bewust zijn van de geschiedenis en de cultuur en voor mensen die niet in een hotel kunnen of willen verblijven: de ervaringen in de Casas Particulares.
Een manier voor veel Cubanen om extra geld te verdienen. Particulieren verhuren een kamer in hun huis aan reizigers, een principe dat aangemoedigd maar tevens streng gecontroleerd wordt door de staat en daardoor een voldoende mate van kwaliteit en veiligheid garandeert. Voor sommige mensen is het verhuren van een kamer een puur zakelijke transactie, maar voor anderen vormt het een zeer sociale aangelegenheid en een manier om hun land, cultuur en verhalen te delen.
De laatste week treffen we een relaxte verblijfplek in Viñales, een groen gebied in het westen van Cuba. Gezien het feit dat er redelijk wat te doen is in de directe omgeving, we ons midden in ruraal gebied bevinden (meer groentenen fruit beschikbaar) en er minder handel en zwendel is op straat, besluiten we hier te blijven totdat we Cuba verlaten.
De eigenaresse van het huis bereidt tegen bescheiden prijs (zo’n 2,5 euro voor ontbijt en 6 euro voor een onwaarschijnlijk uitgebreide avondmaaltijd) eten voor ons. Elke ochtend eieren, vers vruchtensap, koffie en heel veel fruit (Cuba gaat voor mij de boeken in als het land van de guayaba’s). Elke avond soep, tamales, meer groenten dan we in de afgelopen weken bij elkaar hebben gezien en verse vis. Dus een week lang onverwacht lekker en gezond eten en wat extra uurtjes slapen en relaxen in afwachting van de aaneenschakeling van 3 vluchten en flink wat wachttijd op luchthavens die ons te wachten staan Venezuela in.
Eerder, in Camaguey, hebben we het geluk een paar nachten bij families in te wonen (zoals vrij gebruikelijk wonen 3 generaties samen in één huis) met wie we een klik ervaren en al snel worden bestempeld als tijdelijk onderdeel van de familie. We worden met extreme warmte en oprechtheid behandeld en worden uitgenodigd de avonden met hen door te brengen in hun woonkamer. We kunnen hen gelukkig maken door muziek en films met ze te delen, verhalen uit te wisselen over geschiedenis, politiek en leefstijl in onze landen en te luisteren naar zowel de trauma’s als de hoop en de dromen van Cuba. Eén van de meest fascinerende landen die ik ooit heb bezocht.
-
29 Maart 2012 - 07:57
Jan M:
Wat een geweldig verhaal en ik kon geen mooiere verrassing hebben voor mijn 60e verjaardag. -
29 Maart 2012 - 11:39
Mirja.kv@casema.nl:
Wat een story ! Simply prachtig Ramona ! nog maals gefeliciteer met je papie ...go strong,liefs Mirja
-
29 Maart 2012 - 13:48
Jan&Maria:
Lieve Ramona,
Wat een prachtig verhaal weer! En dit keer kunnen we zeggen dat veel ervan door ons herkend wordt/is!
Ik zou je graag een paar foto's sturen n.a.v. onze ontmoeting in Cuba; laat jij even weten waar ze naar toe kunnen (onze e-mail: majazel@casema.nl).
Liefs, ook voor Jason (die nu een goede bekende van ons is geworden HAHA). -
29 Maart 2012 - 15:00
Heika:
Thanks for sharing again! Xxx -
29 Maart 2012 - 20:00
Marleen:
Genoten van je verhaal, ik zie het bijna voor me. Dank je!
En voor mij is Cuba, hoe charmant ook, in de vorm van alleen rondreizen voor dit jaar definitief van het lijstje :) -
01 April 2012 - 16:22
Cees En Ellijb:
Ha Ramona,
Weer helemaal in je verhaal gedoken.
Wat een belevenis, en helemaal geweldig dat de ontmoeting met je ouders gelukt is.
wij hebben gisteravond hun verhalen gehoord.
Geniet nog volop van de rest van je reis.
-
18 April 2012 - 04:02
Auke:
Dat is nog eens een les in relativeren. Superverhaal!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley